Vanuit het zuidwesten komen dreigende wolken aanwaaien, de duisternis valt sneller in dan gisteren. Nog even is het doodstil. Plots de bomen wild te bewegen. De bladeren lijken waarschuwend te roepen: "Het noodweer komt er aan." De hemel kleurt grauw. Een flits, in de verte donder.
De flitsen volgen elkaar sneller op, aarzelend vallen de eerste druppels op het openstaande dakraam. Het begint dan toch te kriebelen. Ik zit alleen in de boerderij van mijn ouders, ze zijn naar mijn zus in Brazilië. Het huis maakt opeens geluiden, de wind beukt er tegenaan. Bang ben ik niet, maar ik merk dat mijn zintuigen op scherp staan.
Mijn gedachten maken nogmaals een rondje langs het huis, wat kan er misgaan? Ik kan niets bedenken. Dus ga ik zo maar naar bed. Eens kijken of de donder me in slaap kan knallen.