Bas heeft buurjongen A. te logeren. Het is gezellig. We keten wat, we lezen een boek over de brandweer en de mannen gaan tevreden slapen. Al vroeg zijn ze weer op. Ze kletsen in het nog donkere kamertje van Bas. Ik word wakker van de net te harde stemmen en van een vrachtwagen die buiten stationair de motor laat draaien. Een bijzondere gebeurtenis. We wonen niet op een industrieterrein maar in een volkse woonwijk, dus vrachtwagens staan hier niet dagelijks om 6 uur te ronken.
Het blijkt een brandweerwagen te zijn. Een auto is met hoge snelheid tegen een paaltje gereden. De airbags zijn uitgeklapt. Desondanks heeft de bestuurder de auto 150 meter verderop onze straat in weten te sturen zonder verder iets te raken. Maar het oliespoor moet opgeruimd worden. De brandweer is er mee bezig. Omdat de jongens toch al wakker zijn gaan we kijken. Op gepaste afstand en nadat ik gecontroleerd heb of er nog mogelijk gewonden te zien zijn – dat is niet zo. De brandweerlieden vinden het wel mooi en roepen ons dichterbij Zo hebben de jongens deze ochtend geluk: ze zitten in de brandweerauto en mogen een stukje straat schoon spuiten. Bas en A. stralen en doen – in de ochtendschemering – vol geuren en kleuren verslag aan Fleur die nog heerlijk ligt te lezen in bed.
Zo, Bas!!! Had jij even geluk zeg!!! Je lijkt wel een brandweerman!!!
Fantaaaaaasties ! Bas! Zo maar in een brandweerwagen ! Daar ben ik nog nooit in geweest ! opa Taco