“Gaan we echt naar Spanje,” roept Bas vragend terwijl hij door het dolle heen rond de tafel danst. Het kwartje wil bij mij niet direct vallen. Even ervoor vertelde ik over de camping die tante Annet voor ons gevonden had. Net over de grens tussen Frankrijk en Spanje. Het noemen van dat laatste land maakt een wilde man in Bas los. “We gaan naar Spanje! We gaan naar Spanje!” Als de gelovige Bas onze verbaasde blikken ziet, kijkt hij ons opgewekt aan met zijn stralende blauwe ogen. “We gaan naar Sinterklaas toe.” Kloink. Het kwartje is gevallen.
Ik had het niet voorzien. Het is mei, Sinterklaas is ver weg. Al leest Bas nog steeds graag uit een boek over de grote kindervriend, het staat vol plaatjes over het huis van Sinterklaas in Spanje en over de jaarlijkse reis naar Nederland. Dus ergens had ik de link kunnen verwachten. Maar nu heb ik vooral lol om de reactie van Bas, al word ik in de uren er na gek van de vragen: “Wanneer gaan we nou weg?” “Pap, als ik morgen uit school kom, gaan we dan naar Spanje?” “Als we op de camping staan, komt Sinterklaas dan ook langs?” “Pap, jij bent toch jarig op vakantie? Komt Sinterklaas ook op je feestje?” “Mogen we op vakantie ook onze schoen zetten?”
P.s. Tijdens het verhaal ontstaat er nog een spannend moment. Als Bas over Sinterklaas begint, hoor ik Fien zeggen: “Gelooft Bas nog in Sinterklaas?” Voordat we kunnen reageren, grijpt Saar al in. Ze sist tussen haar lippen en maant haar jongere zus tot stilte. Fien luistert en laat Bas zijn fantasie leven.