Samen met Saar lees ik de A van Abeltje, het vervolg op Abeltje. Een klassieker uit 1955. De bladzijden ruiken muffig, zijn broos en de kaft heeft zijn beste jaren al lang achter zich gelaten. Ook aan de tekst merk je dat het boekje uit lang vervlogen tijden stamt. Zo roept Abeltje aan het begin van het eerste hoofdstuk dat de lift arriveert op de parterre waar onder meer garnituren en bijouterieën te krijgen zijn. Saar luistert met klappende oren en kijkt me van opzij vreemd aan. Ook ik moet even slikken.
Mijn eigen onwetendheid over bijouterieën probeer ik te camoufleren door te beginnen over fournituren. Saar luistert naar mijn verhaal over vroeger. ‘Toen kochten we niet om de haverklap nieuwe kleren, toen maakten onze moeders de kleren gewoon. Met fournituren. Nu doet iedereen maar raak, kopen, kopen, kopen.’ Saar gelooft het allemaal wel. Ze ligt niet te wachten op een ethische discussie. Ze wil, met haar vinger in de mond om op te sabbelen, gewoon luisteren naar het voorlezen. Want het boek mag dat muffig ruiken en ouderwetse woorden bevatten, een moderne meid anno 2011 houdt nog steeds van het verhaal.