Opeens schiet ik een kleine zijweg in. Terwijl ik de auto draai kijken de meiden me vol verbazing aan. Waarom rij ik niet rechtdoor richting Oti en Appa? Omdat ik vanuit mijn ooghoeken iets heb gezien.
Zelfs van een afstand ziet hij er een beetje aftands uit. Hij is tweedehands, zegt de verkoper. Maar ik zou hem ook geloven als hij zou zeggen dat hier al vijf generaties op gesprongen hebben. Ons kan het niets schelen. En de kinderen nog minder. Het hoeft niet blits, modern en nieuw te zijn. Als je er maar op kan springen.
Dat kan. Dus doen ze dat ook. De trampoline staat in onze tuin en de meiden nemen het verende gevaarte volop mee in hun voorstelling, zie de verkleedkleren. En Bas? Die is ziekjes en blijft liever even bij zijn vader. En dat zegt genoeg…