Hoe de rust verdween uit Norg.
Norg is een Drents dorp. Mijn grootouders woonden al aan de rand. Mijn ouders wonen nu aan dezelfde rand. Met hetzelfde uitzicht. Al maakte het mais in de loop der jaren ruimte voor grasland. Aan de horizon zijn groepen bomen te zien. En nog iets verder weg begint het bos.
Een hangmat hangt tussen de oude fruitbomen. Mijn vader scharrelt in zijn blauwe overall tussen de bomen en de bloemenperken. Saar hobbelt er op blote voeten achteraan. En Fien zit rustig een appel te eten in de bolderkar. Ik zie mezelf, vroeger bij mijn opa en oma. Het is rustig. Het is het platteland.
Maar d’r is wel iets veranderd. Onderhuids. Bij de C1000 kreeg ik gisteren vreselijk om mijn kop. Notabene van de klant die voor me aan de beurt was. Hoe ik het in mijn hoofd haalde om achter haar te gaan staan? Bij de andere kassa was het veel rustiger. Daar moest ik maar gaan staan, zo werd mij met schelle stem verkondigd. Ik stamelde nog: ‘Ik heb geen haast…’ Maar daar had deze vluchtige, onrustige dame geen oren meer naar. Ze was al in overleg met de cassiere terwijl ze haar dochter tussendoor uitlegde dat snoepen niet goed voor haar is. Aan het postuur van het kind te zien, had de moeder voor de uitleg gewoonlijk ook maar weinig tijd.
Gèh… Die klote dorpen ook, met van die eigengereide betweters! 😉 😕
Ik wil ook in ’n een blauwe overlall tussen de fruitbomen struinen. 😀